Honingbij, opbouw van een kolonie

Opbouw van een kolonie

Een bijenkolonie bestaat uit één koningin met daarrond de werksters en de darren.
Elke bij heeft binnen de kolonie zijn specifieke taak.

De Koningin

Er is maar één koningin per kolonie en deze kan tot max. 5 jaar oud worden.
De koningin vliegt na de geboorte 1 keer uit voor de bevruchting. Op deze vlucht laat ze zich door verschillende darren bevruchten (film). Het sperma wordt opgeslagen in een spermatheek. Na de bruidsvlucht keert ze terug naar de kast en begint na een paar dagen aan de ei-leg.

  1. facetoog: 5000 veldjes
  2. antenne: 12 geledingen
  3. tonglengte: 3-4 mm
  4. angel: glad en gebogen

Afhankelijk van de grootte van de cel legt ze een bevrucht of een onbevrucht eitje. Bij een grote van + 5 mm wordt een bevrucht eitje gelegd, bij + 6 mm een onbevrucht. Uit een bevrucht eitje wordt een werkster geboren , uit een onbevrucht een dar. Daardoor heeft de dar alle genetische eigenschappen van de koningin.

De koningin legt 150 000 tot 200 000 eitjes per jaar ( + 2000/ dag)
De ei-leg begint rond januari en eindigt in oktober. Bij vries temperaturen valt de ei-leg stil. Wanneer de temperaturen in de winter zacht zijn kan het gebeuren dat de koningin blijft leggen.
Hieronder zie je een grafiek hoe de ei-leg verloopt gedurende het jaar. In mei-juni is de ei-leg het hoogst en is de kans op zwermen reëel. In augustus krijgen we een tweede top omdat dan de winterbijen geboren worden.

Filmpje over de geboorte en bruidsvlucht van de koningin
De Werksterbij

De werksterbij heeft eierstokken maar deze zijn niet zo goed ontwikkeld, werksters worden dan ook niet bevrucht.
Hun aantal loopt in de zomer op tot 50000 à 60000, terwijl in de winter 10000 à 20000 werksters aanwezig zijn.
Er is een verschil in levensduur van de werkster in de zomer: 6 weken. De werkster in de winter: 6 maanden.
In het najaar, met het korter en kouder worden van de dagen, zal de koningin minder gaan leggen. De nieuwe bijen hebben enerzijds een overvloed aan verzorgsters en eten. Anderzijds moeten ze zelf steeds minder nieuw geboren bijen verzorgen. In het najaar is er ook minder dracht waardoor de haalbijen minder uitvliegen.

Al die zaken dragen bij aan de grote voedselreserves in het lichaam van de werksterbij, en met name de mate van aanwezigheid van vitellogenine in de vetlichampjes van de werksterbij. Een vliegbij heeft minder vitellogenine dan een huisbij. Dit tekort bepaalt vooral dat de haalbij niet meer zo lang zal leven. Door voldoende vitellogenine in de vetlichaampjes wordt de werkster naar winterbij getransformeerd.

In de tabel hieronder zie je de verschillende taken die en werkster doorloopt.

Door de weerhaakjes blijft de angel zitten en breekt af. De bij sterft dan.

Door hun tong uit te steken en er de nectar over te laten vloeien wordt meer water verdampt.

Verzamelen van stuifmeel

3 ocelli:
enkelvoudige ogen die enkel grove lichtverschuivingen opnemen.

De dar

Een dar wordt geboren uit een onbevrucht eitje en heeft dan ook alle eigenschappen van de koningin.

Kenmerkend voor de dar zijn: de grote ogen en vleugels en ze hebben geen angel.

In een bijenvolk zijn er in de lente en zomer + 500 à 1000 darren.

Hun functie:
bevruchten koningin, broed warmhouden door hun aanwezigheid de werksters stimuleren

In de bijenkorf zullen ze ook geen andere taken doen, alle taken worden door de werksters gedaan.

Ze worden ongeveer 6 à 8 weken oud.

Vanaf augustus worden de darren buiten gejaagd en/of gedood. In de winter tref je geen darren aan in de bijenkorf, zij zouden alleen maar profiteren van het eten.