Bijen uitloper:
Een bijen uitloper plaats je een dag voor het slingeren tussen de broedromp en honingzolder.
De bijen kunnen door de conische val uit de honingzolder, maar er niet terug in. Op deze manier moet je niet teveel bijen afvegen van de raampjes voor het slingeren.


Slinger:
Een slinger is duur in aankoop, zeker voor het eerste jaar imkeren. Best eerst eens vragen in de vereniging of er een uitleenslinger is. Slingers kan je onderverdelen in elektrische en met de hand aangedreven. Daarbij kan je ook kiezen tussen een tangentiaal- en radiaalslinger. Heb je de imkermicrobe te pakken kies dan voor een degelijke slinger.




Ontzegelen:
Om de honingraten te ontzegelen kan je kiezen tussen een ontzegelvork of -mes.


Ontzegelbak:
De ontzegelbak gebruik je om de ramen op een gemakkelijke manier van de waszegel te ontdoen. Tevens kan hij gebruikt worden om de waszegel te laten uitlekken.

Zeef:
Een zeef gebruik je om de geslingerde honing van de onzuiverheden te ontdoen.


Rijper:
In de rijper ga je de honing op een koele plaats bewaren. Wanneer de honing voldoende gerijpt en gedikt is kan je hem op potten doen.


Honingroerder:
Een roerder gebruik je om de honing tijdens het rijpen te roeren. Door het roeren worden de suikerkristallen gebroken, waardoor je een fijne smeerbare honig krijgt.




