Seizoenswerkzaamheden januari:

Rust:
- Het bijenvolk is in rust. Geluiden of trillingen door de imker, katten, vogels of muizen, kunnen de bijen verstoren.
- Bijen die de tros verlaten verstijven door de koude en sterven.
- De ingang van de kasten beschermen tegen indringers zoals muizen of doodskopvlinder.
Hoogte van openingen maximaal 7mm! - Bij sneeuwval de vlieggaten vrijhouden


- Om het beschimmelen van de broedramen te voorkomen is een goede luchtcirculatie nodig.
Houd de vlieggaten open maar vooral de varroaschuif. Behalve bij ernstige en aanhoudend vriesweer.
Sneeuwval:
- Sneeuw smelt overdag en bevriest ‘s nachts wat de aanvoer van lucht belet, hou daarom het vlieggat open en vrij van sneeuw.
- Zonnestralen lokken de bijen naar buiten die daar dan meteen afkoelen, probeer de vliegopening af te schermen.


De koningin gaat aan de leg:
- De koningin hervat haar eileg vanaf een ± continue temperatuur van 4-5° C.
De weersomstandigheden en erfelijke aanleg spelen hierbij een rol. - Breng isolatie aan tussen de afdekplaat en het deksel, isomo, kranten, juten zak,…
Seizoenswerkzaamheden februari:

- De eerste warmere dagen komen er aan, dit brengt het einde van de winterrust met zich mee.
- Bijen vliegen op warmste uren van de dag op vroegbloeiers zoals:





Plant die zo mogelijk in de onmiddellijke omgeving van de bijenhal, beschut tegen de noordenwind.
- Met de stijgende temperaturen overdag en de aanvoer van stuifmeel, drijft de moer haar leg op.
- De voorraden worden nu in snel tempo aangesproken voor het nieuw broed. Is er nog stuifmeel beschikbaar? Eiwitdeeg?
- Op de bodemlade ziet men aan het wasmul het verbruik van voedselreserves en ook de straatjes waar de bijen aan het werk zijn.

- Hoe meer broed er aanwezig is hoe groter de behoefte aan water om het stuifmeelbrood te kunnen verwerken tot voeder voor de larven.
- Creër Drinkgelegenheden nabijheid de kasten, in de zon zodat het water op temperatuur kan komen en buiten de vluchtlijn tegen mogelijke vervuiling door uitwerpselen van bijen.

Reinigingsvluchten:
- Bij zonnige dagen en rond de 10°C beginnen de bijen te vliegen.
- Dode bijen worden buiten gedragen.
- De bijen komen buiten om hun darmen te ontlasten.
- Voor dit laatste zoeken bijen heldere plaatsen op: auto’s en drogende, bleekgekleurde was!!!
- Het is wel nog te koud om de kasten te openen, dit kan pas van >15°C


- Houd de vliegplank in het oog. Volken die niet thuiskomen met stuifmeel kunnen moerloos zijn of een koningin hebben die niet meer legt.
- Moerloosheid kun je vaststellen met een korte, stevige tik op de kast. Leg meteen het oor tegen de kast:
– een fel gegons dat plots ophoudt: koningin is aanwezig.
– gegons wordt levendiger en houdt aan: volk is bijna zeker moerloos

- Een aanvliegplank belet dat de bijen op de koude grond ‘landen’.
- Deze plank of de kast in een kleur schilderen helpt de bijen om zich te oriënteren.
- Moerloze volken kun je nu gemakkelijk verenigen met een buurvolk.
Er zijn immers nog geen darren aanwezig. Hierbij moet men zo goed als mogelijk het warmteverlies beperken. - Een klein beetje rook is voldoende.
Een krantenpagina met wat gaatjes erin tussen beide kastdelen kan ook. - Het risico op ziekteoverdracht door een zwak volk met gezond volk te verenigen is reëel!
Overgang februari-maart, aflossing van de wacht:
- bijen schakelen over van winterbij naar voedsterbij en vliegbij.
Hoe vroeger ze broed moeten verzorgen, hoe vroeger ze verouderen (vitellogenine/juveniel hormoon). - Let op voor Nosema de schade aan een bijenvolk kan aanzienlijk zijn.
Nosema is een echte voorjaarsziekte.
Langdurige koude en regenachtige perioden kunnen ervoor zorgen dat er weinig stuifmeel aangevoerd wordt, waardoor bijen vatbaar worden voor deze darmparasiet. Dit kan leiden tot diarree en bijensterfte.
